Op 13 juli start de derde VN-top over Financing for Development, in de Ethiopische hoofdstad Addis Abeba. Versterking van belastingsystemen over de hele wereld is één van de hete hangijzers. In mijn blog voor Vice Versa van 9 juni noemde ik twee speerpunten voor de Nederlandse inzet. Eén daarvan is inmiddels al gesneuveld.
Op zich is het goed nieuws dat het belang van belastinginkomsten voor financiering van ontwikkelingsdoelen eindelijk wordt erkend. In de slotverklaring van de eerste Financing for Development top in 2002, de zogenaamde Monterrey Consensus, lag de nadruk vooral op buitenlandse investeringen. Ook Domestic Resource Mobilization, één van de zes hoofdstukken, ging vooral over het mobiliseren van private investeringen. Voor belastingheffing was nauwelijks aandacht. Bij de tweede top in 2008, die resulteerde in de Doha Declaration, kwamen publieke financiën hoger op de agenda maar bleef het vooral bij mooie woorden.
Inmiddels is versterking van overheidinkomsten gepromoveerd tot een apart hoofdstuk, Domestic Public Finance. Iedereen lijkt het er over eens dat ontwikkelingslanden hun belastinginkomsten moeten verhogen om minder afhankelijk te worden van donor of meer te kunnen investeren in onderwijs en gezondheidszorg.
Op belastingterrein is de top in Addis Abeba helaas al voor een groot deel mislukt. Drie weken geleden schreef ik nog ‘half mislukt’ en riep ik Ploumen op om te zorgen dat openbare registers van ‘echte’ bedrijfseigenaren de eindverklaring zouden halen. In de afgelopen weken is de verwijzing naar openbare registers echter uit de onderhandelingstekst verwijderd, naar verluidt onder druk van de EU.
De onderhandelingen spitsen zich nu toe op concrete toezeggingen om ontwikkelingslanden een gelijkwaardige stem te geven bij beslissingen over wereldwijde belastingstandaarden. Voor wie het gemist heeft: dit was onderwerp van een geanimeerd debat in De Balie op 10 juni, met onder meer Minister Ploumen van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.
Er staat veel op het spel. Het worden spannende weken.